Dag: 23 maart 2020

Locked out when you ‘MUST STAY INSIDE’

Locked out when you ‘MUST STAY INSIDE’

‘KLABATS!’, krijst de deur na een windvlaag terwijl ik het plastic in de bak gooi buiten. Oh oh, denk ik, dit is een probleem.

Het zit namelijk zo. Mijn deurklink van de achterdeur is kapot. Telkens weer flikkerde die hendel uit mijn hand en na de zoveelste stuiter die gepaard gaat met een heel irritant jengelgeluid, besloot ik ‘m maar eruit te laten aan de buitenzijde. Opgelost (zolang de deur niet uit zichzelf dichtvalt wanneer ik de tuin inloop).

Dat gebeurde al eens terwijl sleutels en mobieltje nog binnen lagen, maar toen had ik in ieder geval al mijn jas aan, een fiets ter beschikking én een vriendin uit de buurt die gelukkig thuis was met mijn reservesleutel. Oh en de mascara zat netjes op mijn wimpers, in plaats van onder de kin. 🤓

Je raadt het al. Dit keer was ik gehuld in een thuisoutfit die schreeuwt: Ik wil niémand zien vandaag! En ook al zou ik het al willen, dan hadden corona en al die BN’ers en vrienden die ik volg op de socials mij met klem teruggefloten: BLIJF BINNEN. STAY INSIDE. De boodschap was na driehonderd keer scrollen over de tijdlijn echt wel duidelijk. En hier stond ik dan, buiten.

Ik voel me per direct een zwaar crimineel. Mijn sleutel én reservesleutel liggen binnen. En ook mijn telefoon, mijn jas en fietssleutel. Ik zie mezelf dus al lopen door de kou van A naar B als in van Overstegen naar de andere kant van Doetinchem. Eén voordeel: grote kans dat mijn hulplijnen thuis zijn.

Toch raak ik even in paniek en begin als een bezetene te zoeken naar een verstopte sleutel. Onder de bloempot, de mat en het tuinkussen, terwijl ik dondersgoed weet dat ik écht niets ga vinden. Dan maar richting het gereedschap in de schuur, want een Walk Of Shame 3.0? Daar pas ik voor.

Gewapend met een schroevendraaier en winkelhaak loop ik terug naar de achterdeur. Die deur moét open. Vol goede moed begin ik te drukken, duwen, porren en draaien. Zonder resultaat. En al duurt dat nog geen tien minuten, het lijkt wel een eeuwigheid.

Nog een keer. En ineens helpt het, het schuifje komt warempel iets los van de zijkant. Maar telkens valt-ie ook meteen weer terug in het slot en ben ik dus terug bij af. Zucht.

Er lijkt niets anders op te zitten, dan de stad te doorkruisen met de benenwagen, in mijn kloffie. Maar al bij de gedachte eraan begin ik toch weer te duwen en te draaien als een ware inbreker. Zo komt het schuifje weer los en heel gauw zet ik de haak ertussen. En ja, je raadt het alweer goed: het lukt! De deur gaat open en ik sta ineens weer binnen. 

Ik kan het nauwelijks geloven, het leek namelijk even onmogelijk, maar ik sta écht binnen. Ik ben thuis. Terug in mijn kooi, tussen de vier muren. Wie had verwacht dat dat zó fantastisch zou voelen.

Zo zie je maar weer. Met wilskracht en doorzettingsvermogen kom je een heel eind.

Deze opluchting hoop ik over een tijd, samen met de rest van de wereld, opnieuw te ervaren keer honderd.
Wanneer dat ook mag zijn, want het lijkt erop dat corona dezelfde karaktereigenschappen heeft.