Groep 8. Ik had het geschopt tot de opperklas van de school, compleet met de Cito-toets, het kamp en dé musical, foei, wat waren we al groot. En dat vond de meester ook, zijn geschiedenislessen waren niet bestemd voor tere zieltjes.
Ik, net 10 jaar oud geworden, was een vroege leerling die de boze buitenwereld alleen uit de Disney Classics kende.
Thema: heksen. Mij wel bekend, dat waren gemene en lelijke vrouwen. Ze droegen een zwart kapje over hun sluike haar, waar een haakneus met pukkel onder vandaan kwam. Daarbij roerden ze door een grote zwarte toverketel en voor de deur stond een bezem. Met een hele nare schelle stem wilden zij iets van iemand, zoals de akelige heks uit Sneeuwwitje.
Maar dat stereotype-beeld van mij sloeg om als een blad aan een boom toen de meester op een pak ‘m beet, doodleuke donderdagmiddag, vertelde dat heksen juist vaak slank waren, met lichte ogen en licht haar. Zij werden in de Middeleeuwen vervolgd en eindigden vaak op de brandstapel of in het water.
Slik.
Om te kunnen vliegen op die bezem moesten heksen licht van gewicht zijn. De verdachte werd met handen en voeten aan elkaar gebonden en in het water gegooid. Bleef ze drijven? Dan was ze te licht en dus een heks. Zonk ze? Dan was ze onschuldig, maar inmiddels verdronken. En zo waren er nog vele proeven, zoals die met de koolstenen of met de bekende waag, maar ik geloof dat mijn gedachten elders waren vanaf de paragraaf brandstapel.
Rekenen was nooit mijn sterkste vak, maar dat 1+1=2 is, wist ik wel. Je blies me zo omver in die tijd. Met de angst in mijn groene ogen wreef ik nog eens door mijn donkerblonde haar.. ja, ik was een echte. Een heks. Ik keek om me heen en telde de meiden die nog veel meer op een heks leken om zo mijn kansen te berekenen.
Terwijl de meester de ene gruwel na de ander het lokaal insmeet, bedacht ik plannetjes. Nooit meer naar ballet en alleen nog maar taartjes eten. Ik zou mijn haar donker gaan verven en een groot gewaad aantrekken. Nee, mij kregen ze niet te pakken.
Opgelucht was ik wel toen alle hekserij-verhalen zo’n beetje verteld waren. Tot het volgende thema zich aandiende: de Tweede Wereldoorlog: de jodenvervolging, slechts tientallen jaren geleden.
Nee, tot die club behoorde ik niet, maar dat nam niet weg, dat ik weer als een bang hertje achterin de klas zat.
Denk maar aan iets leuks, nam ik mezelf voor. Bijvoorbeeld aan Disney Classics, die kennen tenminste een goed einde.
Die kennen überhaupt een einde.