Tag: Tinder

Liefde is een vreemde ziekte

Pelly heetten we samen. Want, zo zei Perry: ‘wij zijn de perfecte samensmelting’. En zo zei (kucht loog) hij wel meer; zowel in geschrift, telefonisch als IRL, om maar effe een hippe afkorting te noemen. Ja, hip kun je de zeer emotionele achtbaan waar ik in was gestapt wel noemen: ‘daten’ anno 2017 is een keihard, slinks en snel spelletje.

In een mum van tijd raakte ik helemaal hoteldebotel van een pracht-exemplaar. Wauw. Ze bestaan nog, dacht ik, al zwevend op mijn roze wolk. Was ik blind? Deels. Maar ik slaag er gewoonweg niet in zijn negatieve kanten op te sommen – daar gaat het dan ook al direct mis. Verder dan ‘kortwiekt borsthaar’ kom ik namelijk niet. Tja, minpuntje, zo’n aalgladde bast. Maar goed, dat groeit ook zo weer aan, godsamme’n an!

Natuurlijk kan ik achteraf wèl stellen dat hij helemaal niet die oprechte kearl was, wie ik dacht dat hij was. ‘Oh mama, hij is zó lekker zichzelf’, kwijlde ik richting moeders via de telefoon, tijdens één van mijn ik-schreeuw-het-van-de-daken-endorfine-explosies.
Maar was hij dat ook echt? Dat betwijfel ik nu, aangezien mijn prins op het witte paard onze net ingezette rit in de achtbaan prompt staakte. Zo net na het hoogtepunt, zoals ’t heurt.

Deze man kreeg het voor elkaar mij tijdens onze spectaculaire ontmoeting het zwijgen op te leggen, nadat-ie op me af kwam lopen en me indringend aankeek met die lichtblauwe ogen van ‘m – inclusief donker randje en inktzwarte wimpers – en zei: ‘ik moet gaan, al kan ik wel het hele weekend blijven. Wat zeg ik? Voor altijd.’
Ja, lachen achteraf. Deze waarschijnlijk ervaren ‘dater’ weet wel hoe hij de vrouwtjes wild krijgt.
Toen mijn match made in heaven vertrok stond ik dan ook nog een tijdje verbouwereerd in de hal, aan de grond genageld: WTF just happened?
Het klopte allemaal, alsof we elkaar al jaren kenden. En ja, dat vond hij ook. Wat dat betreft begint daten steeds meer op Marktplaats te lijken: klinkt het allemaal te mooi om waar te zijn? Dan is dat het ook!

Het contrast kon dan ook niet groter, toen we weer even afhankelijk waren van de telecommunicatie en het stil bleef aan de overkant. Denk aan de wijze woorden van karakter Frenchy uit de film Grease, zei het duiveltje in me. Minstens twintig keer werd ik als kind al gewaarschuwd: men are rats, listen to me, they’re fleas on rats, worse than that, they’re amoebas on fleas on rats. I mean, they’re too low for even the dogs to bite.

Frenchy

Nee, zo zijn ze niet (allemaal)!, riep het engeltje in me. En moeders.
Toch besluit ik na vier dagen, wat kort lijkt maar ellenlang duurt als je in onwetenheid leeft, te bellen om te vragen wat ik nog kan verwachten. Heel volwassen, al zeg ik het zelf. Maar natuurlijk; geen gehoor en ik vraag via de app of hij de klootzak aan het uithangen is; ‘zie ik ze vliegen, of was dit het alweer’.

Dat laatste dus. Een duidelijk en eerlijk antwoord, wat zeker een applausje waard is. Alleen die blokkade zag ik niet aankomen: de man zit nota bene bij Defensie! ONGESCHIKT als je het mij vraagt.
Lucky for me had ik in ieder geval al afscheid genomen.

Pelly is niet meer. Perry wel, al riep ik wel STERF naar het telefoonscherm, vanwege ’t laatste nare teken van leven; hard, maar het lucht wel effe op. Net als een fikse scheldpartij, nadat je je kleine teentje per ongeluk tegen de tafelpoot hebt geramd.
Je snapt me.
Vooralsnog ga ik er vanuit dat hij in volle glorie leeft en wekelijks hartjes breekt van andere tere zieltjes. Kan ik, Kelly (afgevinkt) ook verder. En omdat Kelschrijft en Perry himself opperde dat ik wel een blog aan hem mocht wijden, bij deze!
Beetje laat wel, maar prioriteiten: de hardere, gedetailleerde en privé versie van dit verhaal kreeg voorrang.

Gelukkig gaan de zware klappen in het leven altijd gepaard met mooie dingen. Niet alleen Pelly verdween vliegensvlug, ook twee kilo aan vet.

Ook begrijp ik nu, eindelijk, de tekst van Doe Maar – Smoorverliefd.